”Gewoon alles. Beeldende vorming”

Ik had hem al een keer aangesproken. Krijn. Hij zat wat te klieren bij een ander groepje, ging niet aan het werk. Het mocht niet baten, zie ik. “Krijn?” zeg ik, “Wat is er aan de hand, jongen?” Losse stokjes met dikke klodders houtlijm die erover druipen verraden een vastgelopen project. “Niks.” zegt Krijn bozig “Het is gewoon stom.” Vanuit zijn ooghoek loert hij naar de handen van zijn buurman die geconcentreerd, maar schijnbaar met alle gemak van de wereld aan het werk zijn. Een scharnierend stukje plastic is omgedoopt tot zitting en gemonteerd op een houten voetje. Op een draaimechaniekje wordt een tafeltje gemaakt zodat je een laptop wel of niet boven je schoot kunt draaien. “Wat is er stom?” Krijn kijkt nog bozer, haalt zijn schouders op. “Gewoon alles. Beeldend vorming” Hij wrijft met zijn handen over de tafel om de lijm van zijn vingers te krijgen.

“Volgens mij ben je een beetje vast gelopen, klopt dat?” Vraag ik. “hm” is het antwoord. Ik vraag hem nog eens zijn schets erbij te pakken. Deze vertoont opvallende gelijkenissen met die van zijn buurman. Zijn buurman die een veel betere fijne motoriek heeft en vrij technisch is. Op de schets staat een gamestoel, met voetenbank, bekerhouders en opklapbaar tafeltje. “Zo hee, daar kan je wel een avondje in gamen zie ik” “Een avondje? Een weekend bedoel je!” Krijn probeert een ondeugend lachje te onderdrukken.

Zijn gezicht betrekt weer “Dat is tenminste leuker dan stomme handvaardigheid”. Ik heb met hem te doen. Hij heeft grootse ideeën, geïnspireerd door zijn vriendje naast hem, maar hij krijgt het gewoon niet uit zijn handen. En terwijl alles bij hem steeds uit elkaar valt, wordt het werk van zijn buurman beter en beter.

Ik voel zijn frustratie. “Weet je Krijn” zeg ik “Misschien mag je de lat best wel iets lager leggen voor jezelf. Je hebt nu wel echt een heel ambitieus plan gemaakt. Dat vind ik natuurlijk prachtig, maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Zullen we nog even bij de materialen gaan kijken?” Met tegenzin en hangende schouders krijg ik Krijn mee naar de kast waarin de bakken met materialen staan. Ik hou wat dingen omhoog en vertel hem wat ik er allemaal in zie.

Probeer hem verder te laten kijken dan het deksel of het tandwiel dat hij in eerste instantie ziet. Wat als zijn stoel hier al ligt, in onderdelen, en alleen wacht om in elkaar gezet te worden? “Hm. Ja misschien. Ik kijk zelf wel even.” Later vind ik Krijn terug bij de zaagmachine. Een holle, plastic kegel wordt afgezaagd en gehalveerd. Hij zet het op rond balkje met een voet eraan. Zijn buurman helpt hem erbij.

Die is door het nieuwe idee naast hem weer opnieuw enthousiast. Het wordt uiteindelijk geen gamestoel, maar een kuipstoel met een kussentje erin. Geen klaptafel, bekerhouder, draaiend mechaniek. Maar het is af. En een eigen ontwerp. “Goed gedaan Krijn. Ik ben trots op je. Je hebt doorgezet en nu heb je een vet toffe stoel gemaakt!” Krijn haalt semi-onverschillig zijn schouders op. “Beeldende vorming is nog steeds stom” Zegt hij met een twinkeling in zijn ogen.

De struggelaar. Je hebt in elke kunstles tenminste een. De struggelaar is de leerling die het heel moeilijk vindt. Toon begrip: het gevoel hebben dat je nooit aan de opdracht kan voldoen is erg demotiverend. Help de struggelaar door de opdracht met duidelijke kaders behapbaar te maken, daag hem uit met minimale eisen aan zijn werk en een mild zetje in de rug om toch aan de slag te blijven en niet op te geven.